Waalse Kerk Breda
Wendelinus (ook Wendelin of Wendel) van Trier,  Duitsland; herder, kluizenaar & abt; † ca 617.  Feest 20 & 21 & 22 oktober. Alwat we van hem weten is dat hij een kluizenaar was, die leefde ten tijde van bisschop Magnerik van Trier († 596; feest 27 juli).  Hij gold als patroon van vee en veld. De plaats waar hij begraven lag, heette aanvankelijk Saarpalts, maar omdat zijn graf een  belangrijk pelgrimsoord werd, veranderde de naam gedurende de middeleeuwen in Sankt-Wendel. In de officiële historische  stukken is er voor het eerst sprake van zijn heiligdom in 1180. Omdat er geen gegevens over hem voorhanden waren, schreef  men in de middeleeuwen een levensbeschrijving, die puur op legendarische gegevens berust. Dit verhaal vertelt dus niet zozeer  het leven van Sint Wendelinus, maar veeleer hoe de middeleeuwer van die tijd zich het leven van een heilige kluizenaar uit  vroeger tijden voorstelde. Legendarische levensbeschrijving  Volgens zeggen was Wendelin een Schotse of Ierse prins. Uit liefde voor Christus gaf hij al zijn bezittingen, zijn grondgebied en  zijn recht op troonopvolging op en trok als straatarme pelgrim naar Rome. In Rome ontving hij de zegen van de paus. Hij bracht  een bezoek aan de graven van de apostelen en begaf zich naar het noorden. In de omgeving van Trier bouwde hij zich een hutje ('kluis' of 'cel') en leefde er het teruggetrokken leven van een kluizenaar. Om aan eten te komen ging hij uit bedelen. Maar toen  een edelman daar een aanmerking op maakte, besloot hij zich te verhuren als varkenshoeder. Later werden hem ook de  schapen en runderen toevertrouwd. Uit deze periode van zijn leven is een lieflijke legende overgeleverd, die zich overigens  afspeelt aan de Main: Sint Wendelinus zit aan de rand van een veld met de herdersstaf tussen zijn knieën en kijkt in alle  rust van de hoogte naar beneden waar de Main stroomt. Hij ziet hoe vlotten op het water drijven en  vogels door de lucht vliegen. Land en hemel omgeven hem als een mantel; de zon glanst eraan als  een gouden knoop. Als een os in de kudde loeit, kijkt hij even op naar het dier. Vanuit Bamberg komt  een vorstelijke stoet over de weg aangereden met ridders en elegante edelvrouwen. De bisschop  trekt de teugels aan van zijn ros en verheft zich in zijn stijgbeugels: "Broeder Wendelinus, kom mee.  In mijn huis is plaats genoeg. Je bent al veel te lang ossenherder geweest. Het wordt tijd dat je  zielenherder wordt in mijn goede bisdom. Morgen kun je al je eerste mis opdragen." Wendelinus staat op en neemt zijn gedeukte hoed af: "Dat is veel te veel eer voor een eenvoudig man als ik, genadige  Heer. Ik dank u hartelijk, maar met uw welnemen, neemt u mij niet kwalijk dat ik deze uitnodiging niet  aanneem. Ik blijf liever bij mijn ossen." Nu vertrekt het gezicht van de bisschop in toorn: "Is koeien  hoeden soms belangrijker dan de genade van het priesterschap?" Sint Wendelinus glimlacht fijntjes  en zegt: "In alle eerlijkheid, Heer, het zou werkelijk jammer wezen. Ik kan nu eenmaal niet huichelen  en me anders voordoen dan ik ben. Ik hoor op weidegrond, bij koeien en boeren. Hier bij mijn ossen  voel ik God dichterbij dan in uw schitterende gebouwen. Ik bid u, heer bisschop, laat mij toch hier  rustig in mijn stilte. Dat is de wil van God... en van mijn ossen." De stoet gaat voort. Vonken springen  vanaf de weg in het rond. En Sint Wendelinus is weer opgenomen temidden van de zon, de wolken  en de ruisende velden. Als boeren uit de buurt met hun zieke beesten bij hem komen, weet hij altijd raad. Hij staat  dan ook tijdens zijn leven bekend als een heilige. Later is hij abt van klooster Tholey. Het is  niet duidelijk of Tholey ontstond uit zijn kluizenarij, of dat hij zijn kluizenarij verliet om in  Tholey abt te worden. Zoals van vele andere heiligen wordt verteld, werd hij begraven op  de plaats waar de ossen die de kar met zijn lijk trokken, bleven stilstaan: die plaats heette  op dat moment Saarpalts; sindsdien noemde men het daar Sankt Wendel. Zo heet het tot  op de huidige dag. Verering & Cultuur Sankt Wendel werd een belangrijk pelgrimsoord, mede door de legenden die hem populair  maakten. Vooral in het gebied van Saar, Moezel en Rijn is zijn verering enorm populair; in  talloze Duitse kerken treft men een beeld aan van Sankt Wendelin. In sommige Duitse  streken wordt hij tot de Veertien Noodhelpers gerekend (zie 28 juni). Van hieruit  verspreidde zich zijn verering tot in Amerika en Afrika toe. Hij is patroon van de boeren; zijn  hulp wordt ingeroepen voor veld en vee. Hij wordt afgebeeld als herder, met herdersstaf en  tas, omringd door lammeren, runderen en varkens. Soms zit hij in zijn kluizenaarshut. 
Wendelinus